Rozemarijn is een groenblijvende struikachtige kruidenplant. Hij kan wel twee meter hoog word De houtachtige takken hebben sterk aromatische, naaldachtige bladeren. In het voorjaar verschijnt er een dichte bedekking van lichtblauwe kleine tweelippige bloemen.
Blaadjes en jonge scheuten zijn heerlijk op de barbecue en grill. Fijngesneden gebruik je ze over de aardappelen in de oven. Gebruik rozemarijn bij Italiaanse gerechten als spaghetti, pizza en tomatensausen, bij stevige vleesgerechten zoals lamsvlees, varkensgebraad, rosbief, gebraden kip of wild. Rozemarijn wordt meegekookt, gebakken of gestoofd. De bloemetjes gebruik je als smaakmaker bij hapjes en voorgerechten, de smaak is zachter dan die van het blad. Rozemarijn wordt ook toegevoegd aan kruidenazijn.
Voor vers gebruik snijd je enkele jonge scheuten of toppen uit de rozemarijn. De bloemetjes pluk je selectief als ze goed openstaan. Voor de barbecue knip je langere scheuten af, maar laat steeds 10 cm bebladerde stengel staan zodat de plant weer uit kan lopen. Rozemarijn laat zich goed drogen.
Rozemarijn sterkt de zenuwen en versterkt het geheugen. Het heeft antiseptische en antibacteriële eigenschappen. Wetenschappelijk bewijs voor deze claims ontbreekt. Het is spijsvertering bevorderend en industrieel gebruikt in shampoo, zepen en zalven. De gedroogde bladeren geuren in potpourri en insect werende geurzakjes.
De plant komt uit het Middellandse Zeegebied. Rozemarijn was bekend bij de oude Grieken en Romeinen. ‘Rosmarinus’ betekent ‘dauw van de zee’ omdat de plant altijd langs kusten groeit en vanwege de vorm van de bloemen. Al snel kreeg het de naam opbeurend te werken en het geheugen te verbeteren.