Santolina is een kleine zeer aromatische heester van zo’n 60 cm hoog en breed. Hij heeft zilvergrijze bladeren en bloeit aan het begin van de zomer met witgele bloemknopjes. De blaadjes zijn heel fijn en geuren naar olijven. Olijfkruid is meerjarig en meestal wintervast.
De jonge blaadjes, scheuten en bloemen worden rauw gebruikt. Je kunt ze verwerken in pesto’s, pasta’s, pizza, bij mozzarella en in dressings voor sla en tomaten. Olijfkruid kan ook bij vlees- en visgerechten en kaas een verrassend effect geven. Gebakken aardappeltjes met rozemarijn krijgen een diepere en verfijnder smaak door toevoeging van snippertjes olijfkruid. Het wordt ook toegevoegd bij de inmaak van olijven en augurken. Een takje olijfkruid in een cocktail of een prosecco staat niet alleen mooi, maar is ook lekker.
Knip de fijne, frisse, olijfkleurige blaadjes, deze zijn het smakelijkst. De grove blaadjes/takjes zijn ook te gebruiken, doch iets houtiger van structuur.
Santolina werd vroeger gebruikt om darmwormen te verdrijven. Het zou ontstekingsremmende eigenschappen hebben. Ook werd er soms een lotion van het aftreksel gemaakt bij huidirritatie en insectenbeten. Wetenschappelijk bewijs voor deze claims ontbreekt.
De gedroogde bladeren worden in potpourri en insectenwerende geurzakjes gedaan.
Santolina is een plant die oorspronkelijk uit Zuid-Europa komt en bij de oude Grieken en Romeinen bekend was om de wormverdrijvende en insectenwerende eigenschappen. Het cipressenkruid werd in de 16e eeuw in Noord-Europa geïntroduceerd als heggen voor siertuinen.