Venkel is een sierlijke, aromatische vaste plant die tot 2 meter hoog groeit. Hij heeft holle stengels en half groen veerachtig gebladerte – de bladeren zijn geveerd met lange dunne blaadjes. Schermen gele bloemen worden gevolgd door eivormige geelgroene gerimpelde zaden. De hele plant heeft een sterke anijsgeur. De thuisbasis is het Middellandse Zeegebied en Azië. In de Generatietuin staat ook de Foeniculum vulgare ‘Giant Bronze’ met bronskleurig blad.
Bladeren: De bladeren smaken goed bij vis. Het groene blad kan als alternatief voor dille gebruikt worden. Het jonge blad en de bladstelen kun je warm bereiden en gebruiken als groente.
Zaden: De zaden zijn goed te gebruiken bij visgerechten. Ook zijn de zaden geschikt voor roerbak- en rijstgerechten. Halfrijpe zaden kunnen gebruikt worden bij de inmaak van augurken en uitjes. Gemalen zaden kun je verwerken in likeur, brood, gebak en koekjes en ook als smaakmaker in pudding en thee.
Pluk de jonge bladeren selectief, want bij bladvenkel worden niet doorlopend bladeren gevormd. Vanaf juni beginnen de bloemstengels zich te vormen en hierdoor vermindert de bladgroei. De verse zaden pluk je wanneer ze nog onrijp zijn, dan hebben ze een heel zachte anijssmaak. De rijpe zaden, om te drogen, kun je plukken wanneer ze groenbruin van kleur zijn.
Geschiedenis
De Romeinen gebruikten venkel als culinair en geneeskrachtig kruid. Plinius vermeldde venkel als middel bij niet minder dan 22 aandoeningen. In de 10e eeuw werd venkel gezien als een magisch middel, dat heksen kon verjagen.
Een aftreksel van de zaden kalmeert het spijsverteringssysteem. Het kan als mondspoeling bij tandvleesproblemen en als gorgeldrank bij een zere keel worden gebruikt. Kruidenthee van venkel stilt de honger en kan bij afvallen gebruikt worden. Venkelthee kan tijdens de borstvoedingsperiode de melkproductie stimuleren. Wetenschappelijk bewijs voor deze claims ontbreekt.